In deze blog gaat het over het verzamelen van data door middel van het uitzetten van een enquête.

Wil je meer weten over waar je allemaal aan moet denken bij een enquête, lees de volgende blogs:

In deze blog neem ik je mee in het proces van het organiseren van het data verzamelen met enquêtes. Het uitgangspunt is dat je reeds een enquête hebt, die je wilt gaan uitzetten onder je doelgroep. Het gaat hierbij om een kwantitatieve manier van data verzamelen, dus niet over bijvoorbeeld het afnemen van een (groeps)interview.

Methode van verspreiding

Eigenlijk zijn er twee methoden die je hiervoor kunt gebruiken: Schriftelijk of online. De schriftelijke methode wordt vrijwel niet meer gebruikt (duur, gebruiksonvriendelijk, arbeidsintensief), dus richten we ons op de online verspreiding. Houd hierbij wel in de gaten dat zo’n 3 procent van de Nederlandse bevolking van 12 jaar of ouder geen toegang heeft tot internet (2019) en onder de 75 plussers ligt dit percentage een stuk hoger (23%). Bij een onderzoek onder de ouderen in onze samenleving is het raadzaam om voor een andere methode van data verzamelen te kiezen.

Online uitzetten van de enquête

Hoe zorg je ervoor dat je enquête bij de potentiële respondent komt? Heb je een lijst van mailadressen van potentiële respondenten, dan is de methode eenvoudig. Via je online enquête software kun je deze mensen een mail sturen met daarin de link naar de vragenlijst. Of je zet de link naar de vragenlijst in een mail (via bijvoorbeeld outlook) en verstuurt die naar alle mailadressen.

Het komt echter ook regelmatig voor dat je geen mailadressen hebt. Hoe ga je dan te werk? Je eigen netwerk is hiervoor essentieel. Je kunt via sociale media en/of bijv. Whatsapp je eigen netwerk inzetten om de vragenlijst te laten invullen, maar zeker ook om deze verder te verspreiden. Pas hierbij wel op: Je krijgt hierdoor wel een selectieve respons. Sowieso door het gebruik van je eigen netwerk en tevens doordat je alleen diegenen bereikt die actief zijn op de sociale media / gebruik maken van Whatsapp.

Unieke of algemene link?

Heb je geen mailadressen dan zul je altijd gebruik moeten maken van een algemene link (iedereen krijgt dezelfde link). Heb je wel de beschikking over mailadressen, dan heb je de keuze. Je kunt elk mailadres een unieke link sturen. Dit heeft als voordeel dat je de respons precies kunt volgen (wie heeft wel en wie heeft nog niet ingevuld) en je kunt een eventuele reminder alleen sturen naar diegenen die de enquête nog niet heeft ingevuld. Een nadeel is dat je respondenten niet kunt vragen de enquête door te sturen naar anderen. Een unieke link kan namelijk maar één keer worden gebruikt.

Maak je gebruik van een algemene link dan ligt het nadeel voor de hand: je kunt niet volgen wie niet en wie wel heeft gereageerd en je kunt geen gerichte reminder sturen. Een ander nadeel is dat één respondent de enquête meerdere keren kan invullen. Dat kan met name voorkomen wanneer je een beloning aan het invullen koppelt. Het voordeel van een algemene link is dat de enquête heel makkelijk verspreidt kan worden.

Tips

  1. Wanneer je tijdens het data verzamelen nog een wijziging wilt aanbrengen in je vragenlijst, download dan eerst alle data die je tot dan toe verzameld hebt. Door het aanbrengen van wijzigingen kan je oude data onbruikbaar worden.
  2. Zorg ervoor dat je vragenlijst kort is. Gebruik niet teveel tekst en probeer met name gesloten vragen te stellen (vragen met antwoord categorieën). Dit scheelt veel tijd in de verwerking van de gegevens.
  3. Bedenk bij het gebruik van mailadressen (of andere gegevens) of je die wel voor je onderzoek mag gebruiken. Je kunt te maken hebben met de AVG (Algemene verordening gegevensbescherming). Op internet is hierover veel informatie te vinden.

Bij het opstellen van een vragenlijst of enquête kun je gebruik maken van verschillende soorten vragen. In deze blog een greep uit de mogelijkheden: 

Meerkeuze

De meest gekozen vraag is de meerkeuze vraag. Hierin geef je de respondent een aantal antwoordopties. Je kunt er zelf voor kiezen hoeveel antwoordmogelijkheden er zijn. Echter moet je niet te veel antwoordopties nemen, dat komt namelijk niet ten goede van je resultaten. Beter gebruik je de optie ‘anders namelijk …’, daar kunnen mensen een antwoordmogelijkheid opgeven als deze er niet tussen staat. Bij een meerkeuze vraag kun je er voor kiezen dat de respondent 1 antwoordmogelijkheid mag opgeven of meerdere opties.

Voorbeeld:

Wat is je favoriete taartvulling?

  1. Bakkersroom
  2. Fruit
  3. Jam
  4. Slagroom
  5. chocolademousse
  6. Anders namelijk…

Grid of matrix

Bij een grid maak je een matrix met verschillende opties. In de rijen zet je stellingen en in de kolommen de antwoordmogelijkheden. Op deze manier kun je met één vraag meerdere vragen beantwoorden. Verder kun je vragen terug laten komen, alleen dan op een andere manier beschreven of negatief geformuleerd. Op deze manier kun je testen hoe serieus de respondent de vragenlijst heeft ingevuld.

Voorbeeld:

Wat vond je van de chocoladetaart:

grid

Slider

Een slider gebruik je bij vragen met een beoordelingsschaal, bijvoorbeeld 1 t/m 10. De respondent kan de slider verzetten naar het juiste getal. Het is belangrijk dat je de respondent uitlegt wat de waarde van de cijfers zijn op de schaal. Is 1 goed of is juist 10 goed. De slider kun je ook gebruiken bij de vraag hoe waarschijnlijk iemand iets vind. Aan de linkerkant zet je helemaal niet en aan de rechterkant heel erg, je laat de respondent dan de slider verzetten naar het punt dat degene het vindt.

Voorbeeld:

Hoe blij ben je met je taart?

Slider

Percentage geven

Deze vraag kun je aan de respondent stellen als je wilt weten hoe ver iemand is. Je vraagt aan de respondent in te schatten hoeveel procent er af is. Hiervoor kun je ook een slider gebruiken of je laat de respondent het percentage ingeven.

Voorbeeld:

Hoeveel van de taart is op?

0% = niks verbruikt

100% = alles verbruikt

Vul hier het percentage:

Punten toekennen

Bij deze vraag geef je de respondent om een aantal punten toe te kennen aan verschillende onderdelen. Je geeft de respondent 10 punten en die mogen verdeeld worden over de verschillende onderdelen. Bij de analyse kun je dan uitrekenen wat de gemiddeldes zijn of welk onderdeel het meeste punten heeft gescoord. Op deze manier kun je zien hoe de respondenten de verschillende onderdelen waarderen.

Voorbeeld:

Verdeel 10 punten over wat je favoriete taart is, waarbij je de meeste punten geeft aan je meest favoriete taart en de minste punten naar je minst favoriete taart.

Chocoladetaart ___ punten
Appeltaart ___ punten
Kersenvlaai ___ punten
Slagroomtaart ___ punten
Totaal 10 punten

Ranking

Bij ranking vraag je de respondent om een aantal onderdelen op volgorde van waardering of belang te zetten. Zo zie je welke onderdelen belangrijk zijn of goed worden gewaardeerd door je respondenten. Op deze manier weet je welke onderdelen nog extra aandacht nodig hebben.

Voorbeeld:

Zet de volgende onderdelen van taart op volgorde van bepalend voor je oordeel, waarbij 1 het meest belangrijk is.

___ Deeg

___ Vulling

___ Versiering

___ Afmeting

___ Smaak

Variatie in de vragenlijst

Er zijn nog veel meer vragen mogelijk, maar met deze selectie kun je al meer variëren in je vragen. Door te variëren, maak je het ook leuk voor je respondent om de vragenlijst in te vullen. Ze moeten goed lezen en opletten wanneer ze de vragenlijst invullen. Zorg er ook voor dat je vragenlijst niet te lang wordt door slim te kiezen in de soort vraag, kun je wel veel informatie ophalen.

Instellingen die een subsidie of sponsoring ontvangen moeten daarvoor een verantwoording schrijven. In deze verantwoording moet informatie staan over de bezoekers: hoeveel bezoekers, waar komen ze vandaan en met name wat je bereikt bij bezoekers: de impact. Maar waar haal je die informatie vandaan? Met een bezoekersonderzoek kun je deze vragen beantwoorden.

Bezoekersonderzoek

In eerdere blogs hebben we geschreven over de verschillende vormen van een bezoekersonderzoek, maar ook wat het voor je kan betekenen. In het bezoekersonderzoek dat je afneemt tijdens of na afloop kun je vragen stellen die informatie geven die je nodig hebt voor je verantwoording. Denk hierbij aan de impact die je hebt gemaakt op je bezoekers. Heeft de activiteit of tentoonstelling het doel bereikt dat jullie van te voren in gedachten hadden? Informatie die jezelf graag wilt weten, maar ook voor je subsidiegever of sponsor handig zijn.

Impact meten

Er zijn verschillende manier om de impact te meten bij een activiteit. Je kunt gebruik maken van een uitgebreide vragenlijst met gesloten en (semi)open vragen. Echter krijg je dan geen diepzinnige antwoorden en weet je de gedachten erachter niet. Een goed alternatief zijn korte interviews. Een kort interviewvan maximaal 10 minuten met open vragen en ruimte om door te vragen. Op deze manier kun je veel bezoekers interviewen, maar heb je toch meer informatie van de bezoekers over de impact die de activiteit heeft gemaakt. Een andere manier is het doen van observaties. Door je bezoekers te observeren zie je gelijk hoe de bezoekers reageren op de activiteit. Doordat je de observaties bij meerdere bezoekers doet en steeds dezelfde activiteit observeert, kun je de informatie vergelijken en analyseren. Een goede manier om impact te meten is een combinatie van korte interviews en observaties. Zo kun je eerst zien hoe bezoekers reageren en daarna ze vragen stellen over de activiteit.

Ticketservice

Veel informatie over je bezoekers verzamel je al bij de verkoop van een kaartje. Zo kom je achter gegevens zoals woonplaats of iemand een kortingskaart heeft en eventueel de geboortedatum. Deze gegevens kun je goed gebruiken om te verantwoorden waar je bezoekers vandaan komen en welke doelgroep je aantrekt. Zo kun je bijvoorbeeld verantwoorden dat je een provinciale functie hebt. Een bezoekersonderzoek kun je dus niet alleen intern gebruiken voor bezoekersprofielen of voor de marketing. Het is zeer goed te gebruiken ter verantwoording voor subsidiegevers en gemeentes. Wij denken graag met je mee over een bezoekersonderzoek dat je voor meerdere doeleinden kunt gebruiken.

Veel instellingen verzamelen informatie over hun eigen bezoekers, maar doen er daarna niet veel mee. Ze kijken vaak naar de aantallen en wanneer het bezoek heeft plaatsgevonden. Maar ondertussen wordt er nog veel meer informatie verzameld waar je ontzettend veel mee kunt doen om jouw omzet te verhogen. Hoe vind je deze gegevens en wat kun je ermee? Wij leggen het je uit.

Het belang van bezoekersgegevens

Bezoekersgegevens kunnen je helpen bij de marketing en communicatie van je instelling en je leert waar je je fysieke marketing het beste in kunt zetten. Ook kun je zien of een bepaalde actie die je in een bepaalde regio hebt ingezet daar heeft geholpen. Misschien verwacht je wel dat er veel bezoekers uit de regio komen, maar word je door het analyseren van de gegevens juist verrast en komen de bezoekers van veel verder. Op die manier kun je gerichter actie ondernemen en een andere marketingstrategie toepassen.

Bezoekersgegevens met veel informatie tip #1 - Ticketservice

Uit een ticketservice kun je veel informatie halen. Zeker in tijden van de coronacrisis wordt er namelijk gevraagd om van tevoren te reserveren. Bij het reserveren worden er dan veel gegevens ingevuld zoals de woonplaats, leeftijd en geslacht. Ook registreer je meestal of de bezoeker een kortingskaart heeft.

Bezoekersgegevens met veel informatie tip #2 - Postcode

Met de postcode kan je achterhalen waar iemand vandaan komt. Zet de postcodes bijvoorbeeld in een databestand en achterhaal zo hoeveel bezoekers je instelling op een bepaalde dag had en waar ze vandaan komen. Dit kan op verschillende niveaus. Denk aan provincies, gemeenten of op wijkniveau

Bezoekersgegevens gebruiken

Bedenk dus goed welke gegevens je al hebt verzameld van je bezoekers en welke gegevens je nog wilt verzamelen. Realiseer je wat je ermee kan doen: je kunt er vaak veel meer mee dan je denkt.

Vrijwilligers zijn onmisbaar in het culturele veld. Ze dragen met liefde zorg voor je organisatie en staan vaak in direct contact met je bezoekers. Vaak ontvangen ze vanuit de bezoekers (on)gevraagd feedback die belangrijk kan zijn voor de bezoekersbeleving. Of ze merken zelf dingen op die aan tot een betere service leidt. Maar hoe verwerk je als organisatie de feedback op een efficiënte manier? We geven je 7 tips:

  1. Laat weten aan vrijwilligers dat hun feedback waardevol is en koppel terug wat en wanneer er iets met de feedback wordt gedaan.
  2. Zorg voor een eenduidig verwerkingssysteem, zowel voor vrijwilligers als voor de organisatie. Gelet op de leeftijd van je vrijwilligers kan je bijvoorbeeld kiezen voor een schriftje bij de balie of het sturen van mails naar één contactpersoon van de organisatie.
  3. Maak een databestand aan in Excel waarbij je de feedback op datum plaatst en categoriseert. Zo kun je zien hoe vaak een opmerking voorkomt, en of een opmerking na een periode ook weer verdwijnt.
  4. Maak van je data grafieken en tabellen en plaats deze in een overzichtelijk A4 zodat je aan je organisatie in één oogopslag kunt laten zien waar de aandachtspunten en complimenten liggen.
  5. Plan iedere maand, kwartaal of half jaar een moment in om in groter verband de feedback door te nemen. Maak actiepunten waar aan gewerkt gaat worden.
  6. Evalueer bij het volgende overlegmoment of de actiepunten zijn doorgevoerd en of daar ook resultaten van zijn, bijvoorbeeld doordat klachten niet meer terugkomen.
  7. Let tot slot op representativiteit: niet alle bezoekers zijn geneigd hun mening door te geven aan vrijwilligers. Daardoor kan een mening niet altijd geldend zijn voor het alle bezoekers. Je kunt meer feedback verzamelen door bijvoorbeeld te kijken naar respons in een gastenboek, of bij Google-reviews. Deze kun je ook in je databestand opnemen. Wil je nog meer informatie over de tevredenheid van je bezoekers? Houd dan een bezoekersonderzoek.

Wil je meer weten over bezoekersonderzoek en hoe ik je daarbij kan helpen? Kijk dan hier of neem direct contact met me op.

Wanneer je interviews afneemt kun je veel te weten komen. Je verzamelt voornamelijk kwalitatieve data. (Er zijn enkele trucjes om ook kwantitatieve data te verzamelen.) Nog voordat je interview start, is het van belang dat je je interviewvragen goed gedefinieerd hebt. Want vragen stellen doe je niet voor de lol: ze moeten uiteindelijk antwoord geven op de hoofdvraag van je onderzoek. Daarom geef ik je tips hoe je je interviewvragen zo goed mogelijk vormgeeft:

  1. Zorg dat je helder geformuleerde hoofd- en deelvragen paraat hebt.
  2. Stel vragen op die aansluiten bij je hoofd- en deelvragen. Om er zeker van te zijn dat je ze allemaal kunt beantwoorden, zet je achter iedere vraag bij welke hoofd- of deelvraag de vraag aansluit.
  3. Zet de vragen op een logische volgorde waarmee je overlap voorkomt.
  4. Voorzie je interviewvragen van een introducerende tekst. Hierin staat waarom deelnemers worden geïnterviewd en hoe lang het interview duurt.
  5. Formuleer je vragen zo, zodat de geïnterviewde ze begrijpt. Je kunt dit testen door het protocol te oefenen met je collega. Zo merk je ook of je vragen in de juiste volgorde gesteld worden.
  6. Zorg dat je vragen objectief worden gesteld. Hierdoor voorkom je vooroordelen die ertoe leiden dat het onderzoek de verkeerde antwoorden geeft en blijft er ruimte om door te vragen tijdens je interview. Vooroordelen komen voor als je leidende vragen stelt zoals ‘Vind je ook niet dat’, ‘zou je…?’ of ‘Klopt het dat…?’.
  7. Zorg ervoor dat er ruimte is om verdiepende vragen te stellen. Verdiepende vragen beginnen met ‘waarom’, ‘hoe’, ‘wat’ en ‘wie’. In deze vragen vind je dé ‘goudklompjes’ die speciale inzichten voor je onderzoek opleveren.
  8. Stel een afsluitende tekst op met uitleg over wat er met de uitkomsten van het gesprek gebeurt.

Tot slot wil ik je meegeven dat het belangrijk is om objectief te blijven tijdens het interview. Je eigen mening speelt hierin geen rol. Zorg ervoor dat de geïnterviewde zijn eigen verhaal kan vertellen.

Meer tips om je interview goed voor te bereiden? Lees dan mijn blog ’10 tips om een interview voor te bereiden’ of ’15 tips voor een goed interview’.

Bij een literatuurstudie doe je onderzoek naar al beschikbare gegevens ten behoeve van een probleemstelling. Sommige zaken zijn namelijk al eerder onderzocht. Je hoeft dan niet het wiel zelf opnieuw uit te vinden. Door middel van literatuuronderzoek kun je veel informatie verzamelen. Ik geef je tien tips voor het doen van literatuuronderzoek:

  1. Veel informatie is al beschikbaar. Door middel van literatuurstudie kun je veel informatie verzamelen over trends, marktbewegingen, marktstructuur en ontwikkelingen zonder dat je zelf veldwerk hoeft te doen.
  2. Formuleer een duidelijk doel/onderzoeksvraag en deelvragen die je wilt beantwoorden met de literatuurstudie.
  3. Zorg voor steekwoorden/zoekwoorden die afgeleid zijn van je doel/onderzoeksvraag. Dit geeft je een richting om relevante literatuur te zoeken.
  4. Zoek in een relevant artikel naar verwijzingen en bronvermeldingen naar andere publicaties. Je krijgt dan een zogenaamd sneeuwbaleffect naar nieuwe informatie.
  5. Verzamel actuele informatie.
  6. Maak van de verzamelde literatuur één geheel, waarbij je alleen de relevante informatie toevoegt die antwoord geeft op de onderzoeksvraag.
  7. Houdt bij welke informatie je waar vandaan haalt, zodat jij en/of de opdrachtgever kan zien welke bronnen zijn gebruikt.
  8. Refereer naar bronnen via de APA-regels om plagiaat te voorkomen.
  9. Belangrijk bij het uitvoeren deskresearch is het controleren van de relevantie van de gegevens. Beantwoordt deze informatie jouw probleemstelling?
  10. Zorg voor meerdere bronnen. Dit maakt de data betrouwbaarder.
  11. Zorg voor betrouwbare bronnen, zoals (wetenschappelijke) artikelen via Google Scholar, gepubliceerde onderzoeken op officiële websites of bronnen uit de bibliotheek.

Bij het opzetten van een onderzoeksopzet komen er allerlei vragen naar boven. Veel is interessant, maar wat gaat je écht verder helpen? Probeer dit onderscheid steeds te maken tijdens alle fases van je onderzoek: bij het opstellen van je plan, het ontwerpen van je instrument, het verzamelen van je data, maar ook bij de analyse en rapportage. Welke informatie heb je nodig om je doel te bereiken en wat is ‘slechts’ interessant.

Niet verdwalen
Een onderzoek moet informatie opleveren. Maar teveel informatie is ook niet fijn. Je verdwaalt in je data en je kunt je onderzoeksvragen niet meer helder beantwoorden. Als je bijvoorbeeld een vragenlijst maakt, is het heel makkelijk om ‘die ene vraag’ er nog even in te stoppen, omdat het zo leuk is om te weten. Maar zullen de antwoorden ook echt nuttig zijn voor je onderzoek? Vraag jezelf daarom af welke informatie je écht nodig hebt om je onderzoeksvraag te beantwoorden.

Maak daarnaast een overzicht van de informatie die je al bezit. Zo voorkom je dubbel werk.

Helder doel opstellen

Zorg er voor dat je een helder doel voor ogen hebt. Welke informatie moet je onderzoek opleveren? Stel dat je wilt weten hoe je bezoekers jouw tentoonstelling ervaren. Dan is dat waar je onderzoek naar gaat doen. Houdt bij het opstellen van de vragenlijst steeds je doel erbij, zodat je alleen onderzoekt wat je ook echt wilt onderzoeken.

Keuzes maken
Maak keuzes in wat je wilt weten. Hoe doe je dat? Blijf deze vragen stellen om die keuzes goed te kunnen maken:

Het is niet altijd nodig om zelf data te verzamelen. Je kunt ook gebruik maken van bestaande bronnen. Denk hierbij aan databestanden die je kunt kopen bij bijvoorbeeld SCP of CBS, maar ook aan je eigen administratie of kassaregistratiesysteem. Je maakt gebruik van bestaande databestanden als je meer wilt weten over een bepaald onderwerp waar landelijk gegevens over worden verzameld of als je kwantitatieve data wilt over je eigen organisatie. Er wordt al veel data verzameld. Maak daar slim gebruik van.

Tips:

Kijk hier voor een overzicht van verschillende onderzoeksmethoden

English flag Click on the flag to read this article in English

Een onderzoeksmethode is de manier waarop je data verzamelt voor je onderzoek. Er zijn legio manieren om dit aan te pakken. Voor welke onderzoeksmethode je kiest is voornamelijk afhankelijk van de onderzoeksvragen. De praktijk waarmee je te maken hebt, heeft ook invloed.

Het aanbod van onderzoeksmethoden is groot waardoor je soms door de bomen het bos niet meer ziet. Daarom geef ik je in deze blog een handig overzicht met verschillende onderzoeksmethoden. Bij een aantal onderzoeksmethoden vind je een link naar een blog met meer informatie.

In dit overzicht maak ik onderscheid tussen kwantitatieve en kwalitatieve onderzoeksmethoden. Bij kwalitatieve onderzoeksmethoden kijk je naar het hoe en waarom en duik je de diepte in. Bij kwantitatieve onderzoeksmethodes draait het om cijfers en feiten die je met elkaar kunt vergelijken. Wil je hier meer over weten? In mijn blog ‘Keuze: kwalitatief onderzoek of kwantitatief onderzoek’ vind je informatie over het verschil tussen deze twee soorten onderzoek.

Kwalitatief onderzoek

Kwantitatief onderzoek

Een aantal tips om de geschikte onderzoeksmethode te kiezen:

  1. Je onderzoeksvragen zijn leidend. Zijn het hoe en waarom vragen, of juist vragen naar hoeveel of hoe vaak? Kijk hierbij ook naar het soort informatie die belangrijk is. Als je op zoek bent naar verbeterpunten, is dit makkelijker om die samen te bedenken in een groepsgesprek dan in je eentje in een vragenlijst. Als je wilt weten welke communicatiemiddelen het meest gebruikt worden, heb je meer aan een vragenlijst.
  2. Welke informatie heb je al? Wellicht heb je informatie al voor handen en kun je daar je onderzoeksvragen (of deels) mee beantwoorden. Denk bijvoorbeeld aan een databestand dat je bijhoudt met gegevens van deelnemers, maar ook de kassa uitdraai van je verkochte tickets.
  3. Is informatie elders voor handen, bijvoorbeeld in bestaande databestanden of in de literatuur? Er wordt al veel onderzoek gedaan. Waar kun je gebruik maken van bestaan de data? Denk hierbij aan bestanden van CBS of SCP, maar er is ook allerlei onderzoek over de werking van allerlei programma’s.
  4. Inventariseer open wat mogelijk is per onderzoeksvraag. Kijk hierbij naar wie je kan helpen bij het beantwoorden van de vragen. Wie weet dit? Zo weten deelnemers van alles over je project, maar ook samenwerkingspartners. Maak de lijst zo compleet mogelijk, zodat je vervolgens kunt brainstormen hoe je deze informatie bij hen kunt ophalen. Denk hierbij vooral in mogelijkheden en zet hierbij zoveel mogelijk methoden bij één onderzoeksvraag. Kies daarna met welke methode of combinatie van methoden je de onderzoeksvragen gaat beantwoorden.
  5. De praktijk is natuurlijk ook van invloed. Wie kun je benaderen? Hoeveel tijd heb je? Wat kun je van respondenten verwachten? Kom hierin je respondenten tegemoet.
  6. Denk buiten de gebaande paden. Kies niet voor een vragenlijst omdat je dat makkelijk lijkt. Veel mensen willen geen vragenlijst meer invullen, maar willen wel tijdens een kort gesprek met een kopje koffie hun verhaal vertellen.
  7. Wees creatief bij het kiezen van je onderzoeksmethoden. Je kunt allerlei combinaties maken. Ik combineer graag observaties met korte gesprekken aan de hand van een vragenlijst. Op basis van wat ik heb gezien, stel ik vragen, bijvoorbeeld waarom iemand iets deed of hoe ze dat ervaren hebben. Je krijgt dan een verdieping op wat je hebt gezien, het gesprek wordt persoonlijker, geeft minder ruimte voor sociaal wenselijke antwoorden en als je een protocol gebruikt, kun je (indien nodig) het een en ander kwantificeren. Andere mogelijkheden zijn de uitkomsten van een vragenlijsten in groepsgesprekken interpreteren. Andersom kun je aan de hand van literatuurstudie een vragenlijst samenstellen. Of eerst bestaande databestanden analyseren en wat dan ontbreekt vragen in een vragenlijst. Op die manier hoef je een aantal zaken niet te vragen in je vragenlijst en kun je dieper ingaan op de materie in je vragenlijst.

Ericssonstraat 2
5121 ML  Rijen
Nederland
Claudia’s hart ligt bij onderzoek. Haar werkwijze is heel persoonlijk; ieder onderzoek vraagt tenslotte om maatwerk. Samen met de klant formuleert ze doelen, die ze vervolgens ook realiseert. Daarbij is ze volkomen transparant en deelt ze graag haar kennis en ervaring met anderen via haar laagdrempelige digitale cursussen en e-books.
© 2022 – 2024 Claudia de Graauw. Alle rechten voorbehouden.
homeenvelopesmartphone